31 December 1940. 277 dank den geheelen Raad uit den grond van mijn hart, voor het vertrouwen, dat hij in den afgeloopen tijd in mij heeft gesteld. God heeft mij in deze moeilijke tijden geholpen. De Goddelijke Voorzienigheid moet men daarin aannemen. Ik geloof niet de eenige te zijn, die in deze moeilijke dagen gebeden heeft. Als men dat doet, dan komt men door alles heen. Ik houd er niet van om te schermen met den naam van den Allerhoogste, doch ik wil er hier uiting aan geven, dat Hij de grootste kracht geeft in moeilijke omstandigheden. Met U, Mijn- heer van Unen, spreek ik den wensch uit, dat ons ge- liefd Vaderland moge herrijzen. (Applaus). Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 19