26
13 Maart 1941
gelijkheid schijnt volgens de courantenberichten
dd. 24 Februari j.l. te bestaan, de klassen met minder
kinderen te bezetten dan op het oogenblik het geval is.
Bij klassen met gemiddeld een 40-tal leerlingen, kan
volgens spreker, het resultaat van het onderwijs niet
groot zijn, omdat de onderwijzer niet voldoende aan-
dacht aan elk kind afzonderlijk kan schenken. Voor het
schoolgaande kind, de opkomende generatie dus, is deze
toestand dan ook bepaald funest.
Zoo zou spreker nog wel even kunnen doorgaan, met
bijv. de behandeling van de salarissen van het politie-
personeel, de ambtenaren en de werklieden, de ambte-
naren bij den distributiedienst, enz., doch op het oogen-
blik is het wellicht het beste hierover nog te zwijgen,
hoevvel spreker Burgemeester en Wethouders toch zijn
schrijven dd. 5 December 1940 in herinnering wenscht
te brengen. Indien de tijd daarvoor gunstig zal zijn, zal
spreker onrtrent deze salarieering aan Burgemeester en
Wethouders nadere vragen stellen om daarna mogelijk
eventueele voorstellen te doen.
Tenslotte rneent spreker, dat het voor een blijvende
en goede samenwerking tusschen Burgemeester en Wet-
houders en den Raad, noodig zal zijn, dat Burgemeester
en Wethouders de stemming in den Raad zullen weten
te peilen, waarvoor Burgemeester en Wethouders de
beschikking over de diverse commissies van advies
hebben. Spreker betwijfelt. het, of deze commissies we!
vaak genoeg bijeen worden geroepen.
Mede in verband met de afschaffing van de gemeente-
fondsbelasting, en wel speciaal de opcenten op deze
belasting, en wellicht ook van de personeele belasting,
waardoor de verschillen op belastinggebied tusschen
de gemeenten onderling voor een zeer groot gedeelte
zullen worden opgeheven, hetgeen voor onze gemeente
zeker geen voordeel zal beteekenen, is spreker zich er
ten volle van bewust, dat er ongetwijfeld nog ernstige
en moeilijke tijden zullen komen. Laten we, aldus spre-
ker, ondanks dit alles, op de toekomst vertrouwen en
zoolang het ons mogelijk is, voortgaan te werken in het
belang en voor het welzijn van onze mooie gemeente
Heemstede.
De heer Van der Erf zegt, dat al kunnen de raads-
leden somwijlen van meening verschillen, zij dit wel
met elkaar eens zullen zijn, dat de omstandigheden,