13 Maart 1941.
33
er op financieel gebied weinig is gezegd. Spreker
wil memoreeren dat 1941, wat het opstellen van de be-
grooting betreft, in laatste instantie is meegevallen.
Spreker vindt het gelukkig, dat de laatste wijzigingen
nog in de begrooting zijn kunnen worden verwerkt. De
alleen voor 1941 geldende uitkeering van het Rijk aan
de Gemeente leverde een voordeeltje op van 9000.
De post ,,Onvoorziene Uitgaven" is met dat bedrag ver-
hoogd. Door allerlei soort van uitgaven, zooals de
tijdelijke toelage van 6 aan het gemeentepersoneel,
is dit bedrag echter alweer opgesoupeerd.
Spreker betuigt aan de ambtenaren, die aan de samen-
stelling van de begrooting hebben medegewerkt, zijn
grooten dank.
Het gezegde van den heer Rijkes, dat door Burge-
meester en Wethouders dingen uit den Raad zijn ge-
houden, die daarin zouden moeten zijn gebracht, trekt
spreker zich aan. Spreker stelt vast, dat Burgemeester
en Wethouders dit niet hebben gedaan.
De heer Rijkes merkt op, dat hij heeft gezegd,. dat
door Burgemeester en Wethouders beslissingen zijn ge-
nomen, waarvan de Raad weinig of niets afweet, doch
dat hij deze gevallen onder „spoedgevallen" rang-
schikte.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, wijst er nog-
maals op, dat Burgemeester en Wethouders niets uit
den Raad hebben gehouden.
De heer Rijkes, aldus spreker, heeft verder opge-
merkt, dat ten aanzien van het door de commissie ad
hoc uit te brengen rapport inzake de woningtoestanden,
een zekere belofte zou zijn gegeven, dat dit rapport
vöör de behandeling van de begrooting 1941 zou gereed
zijn. Deze belofte is volgens spreker gedaan door de
commissie ad hoc en niet door Burgemeester en Wet-
houders. Na de instelling van bedoelde commissie is er
echter heel wat gebeurd en het zal voor den Raad en
voor Burgemeester en Wethouders daarom duidelijk
moeten zijn, dat het uitbrengen van het rapport vertra-
ging ondervindt.
De heer Kamerbeek heeft met belangstelling naar de
heeren Rijkes en van der Erf geluisterd en met interesse
het antwoord van Burgemeester en Wethouders aange-
hoord. Ook spreker heeft zich afgevraagd of er aanlei-
