28
24 April 1941.
d. voor een agent van politie 2e kl. „1500.„1800,—
e. 1. voor een klerk „1400.„1900.
e. 2. voor een kantoorbed. b/d pol. 900.„1500.
2. Boven de in het eerste lid genoemde wedde ge-
nieten de agenten en hoofdagenten van politie een toe-
lage voor uniformkleeding en uitrusting van f 100.— per
jaar. Deze toelage bedraagt voor den hoofdinspecteur
en inspecteur van politie en voor het personeel der
motorbrigade f 125.per jaar. Onder uniformkleeding
en uitrusting zijn begrepen dienstschoenen en dienst-
handschoenen.
3. Het vermelde in het tweede lid vindt gelijke toe-
passing ten aanzien van de kosten van de burgerklee-
ding van die ambtenaren van politie, die tijdens de uit-
oefening van den dienst verplicht zijn burgerkleeding te
dragen.
4. De bewapening van de ambtenaren van politie
wordt vanwege de gemeente verstrekt en blijft ook het
eigendom der gemeente.
5. Aan de ambtenaren, welke geregeld belast zijn
met recherchedienst, wordt eene toelage van f 100.—
per jaar verleend.
Artikel 4.
1. Aan alle ambtenaren der gemeente-politie wordt,
voor zoolang het aantal wettige (gewettigde) kinderen,
stiefkinderen inbegrepen, beneden den leeftijd van 18
jaren meer dan twee bedraagt, voor ieder kind boven
dit getal boven het gewone loon een tijdelijke toelage
verleend van f 1.50 per week.
2. Voor de toepassing van het onder 1 vermelde
worden als kinderen mede aangemerkt pleegkinderen,
die deel uitmaken van het gezin en geheel als eigen
kinderen worden onderhouden en opgevoed en voor wie
aftrek van het belastbaar inkomen voor de inkom-
stenbelasting is toegestaan.
3. Wanneer in den loop van het jaar in het aantal
kinderen beneden den leeftij-d van 18 jaren verandering
komt, wordt de toelage met ingang van den datum dier
verandering daarmede in overeenstemming gebracht.
Artikel 5.
1. Bij aanstelling of bevordering in rang wordt het