28
24 April 1941.
voor overwerk vergoeding gegeven. Onder overwerk
wordt verstaan dienst, welke gedaan wordt boven de
48 uren per week.
De vergoeding bedraagt het uurloon (salaris gedeeld
door het normale aantal werkuren per week vermenig-
vuldigd met 50) verhoogd met:
a. 25 voor werk aansluitende aan den gewonen
diensttijd;
b. 50 voor werk niet aansluitende aan den gewo-
nen diensttijd;
c. 100 voor werk verricht op een vrijen dag of op
Zon- en feestdagen.
Geen belooning voor overwerk wordt genoten door
ambtenaren, die de leiding hebben bij het verrichten van
overwerk, of die zelfstandig overwerk verrichten. Aan
deze ambtenaren kan voor overwerk een vergoeding
worden toegekend, vast te stellen door Burgemeester en
Wethouders op voorstel van den Burgemeester.
Evenmin zal vergoeding worden gegeven voor over-
werk:
a. dat noodzakelijk is ter herstelling van eenig ver-
zuim of eenige fout;
b. dat slechts eene korte verlenging van den ar-
beidsduur medebrengt;
c. verricht in bijzondere omstandigheden als bedoeid
in art. 217, le lid der gemeentewet;
d. indien het mogelijk blijkt voor overuren vrijen
tijd in ruil tet geven;
e. door ambtenaren, welke geregeld belast zijn met
recherchedienst;
f. wanneer dit betreft het deelnemen aan oefeningen
bedoeld in artikel 10 der wet betreffende bescher-
ming tegen luchtaanvallen, alsmede voor het ver-
richten van eenige handeling, strekkende tot voor-
bereiding of opleiding ten behoeve van bescher-
ming tegen luchtaanvallen, behoudens in de ge-
vallen door Burgemeester en Wethouders te be-
palen.
Artikel 8.
De hoofdagenten en agenten van politie le en 2e
klasse genieten een toelage van f 50.per jaar voor
het bezit van een politie-diploma met aanteekening,