28 24 April 1941. korter, gedurende 12 maanden de volle bezoldiging, ge- durende de daaropvolgende 12 maanden 2/3 gedeelten van zijne bezoldiging en gedurende de daaropvolgende 12 maanden de helft van zijne bezoldiging; b. voor zoover het betreft een ambtenaar in vasten dienst, met een werkelijken diensttijd van meer dan 10 jaren, gedurende 18 maanden de volle bezoldiging, gedurende de daaropvolgende 18 maanden 2/3 gedeel- ten van zijne bezoldiging en gedurende de daaropvol- gende 18 maanden de helft van zijne bezoldiging; c. voor zoover het betreft een ambtenaar in tijdelij- ken dienst, met een werkelijken diensttijd van 10 jaren of korter, gedurende 6 maanden de volle bezoldiging, gedurende de daaropvolgende 6 maanden 2/3 gedeelten van zijne bezoldiging en gedurende de daaropvolgende 6 maanden de helft van zijne bezoldiging; d. Voor zoover het betreft een ambtenaar in tijdelij- ken dienst met een werkelijken diensttijd van meer dan 10 jaren, gedurende 9 maandcn de volle bezoldiging, gedurende de daaropvolgende 9 maanden 2/3 gedeelten van zijne bezoldiging en gedurende de daaropvolgende 9 maanden de heift van zijne bezoldiging. 2. Na het verstrijken van den termijn, waarover voor het laatst de helft van de bezoldiging werd ge- noten, kan de uitbetaling daarvan worden voortgezet. 3. Wanneer de ziekte of het ongeval van den ambte- naar is ontstaan in verband met zijne dienstbetrekking, geniet hij gedurende den tijd, dat hij verhinderd is zijn dienst te verrichten, de volle bézoldiging. 4. Geniet de ambtenaar krachtens wettelijk voorge- schreven of onverplicht door de gemeente gesloten ver- zekering een geldelijke uitkeering terzake van een onge- val, hem in verband met de uitoefening van zijn ambt in dienst der gemeente overkomen, dan zal op zijne bezoldiging deswege inhouding plaats vinden, echter ten hoogste tot het bedrag van de uitkeering. 5. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bij- zondere gevallen van den regel in het vorige lid ver- meld af te wijken. Artikel 27. 1. Bij ziekte geschiedt de uitbetaling van de bezol- diging alleen dan, wanneer vooraf eene verklaring van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1941 | | pagina 22