28
24 April 1941.
Artikel 42.
Inâien de op wachtgeld gestelde een aan hem aan-
geboden ambt of betrekking, die hem naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders, in verband met zijn
persoonlijkheid en omstandigheden kan worden opge-
dragen, weigert te aanvaarden, vervalt het wachtgeld
geheel of gedeeltelijk.
Artikel 43.
1. Het wachtgeld vervalt, zoodra de op wachtgeld
gestelde in het genot van pensioen wordt gesteld.
2. Voorts kan het wachtgeld worden vervallen ver-
klaard, indien de op wachtgeld gestelde zich zoodanig
gedraagt, dat hij, ware fiij in dienst gebleven, zou zijn
ontslagen of indien hij zich in het buitenland vestigt of
geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven,.
tenzij hem voor dit verblijf toestemming door Burge-
meester en Wethouders is verleend.
Artikel 44.
Indien een op wachtgeld gestelde ambtenares in het
huwelijk treedt, wordt gedurende het huwelijk geen
wachtgeld genoten.
Artikel 45.
Aan hem, die op wachtgeld is of wordt gesteld, kan,
indien hij elders arbeid of bedrijf gaat ter hand nemen,
terzake van de kosten, die voor hem aan de daartoe
noodige verhuizing zijn verbonden, een bedrag worden
toegekend, indien bij gebreke van die toekenning die
arbeid of dat bedrijf door hem niet zou kunnen worden
aanvaard.
Artikel 46.
Het bedrag van het wachtgeld, over een vol jaar be-
rekend, wordt naar boven tot een vollen gulden afge-
rond. Het wordt uitbetaald in maandelijksche termijnen.
Met toestemming van den op wachtgeld gestelde kan
de uitbetaling in langere termijnen geschieden. Bij over-
lijden wordt het wachtgeld uitbetaald met inachtneming