36
12 juni 1941.
zekerd worden, zullen deze twee complexen daarin ook
opgenomen behooren te worden, omdat de gemeente
de eenige financieel belanghebbende is.
Wat cie gebouwen der bijzondere scholen betreft, deze
zijn voor onze gemeente te onderscheiden in drie groe-
pen:
a. de scholen tot stand gekomen overeenkomstig de
bepalingen van art. 72 der Lager-onderwijswet 1920.
Hieronder vallen de Bosch- en Hovenschool, St. Augus-
tinusschool, St. Aloysiusschool, Jacobaschool en St.
Henricusschool;
b. de scholen welke reeds bestonden vôör de in-
werkingtreding der wet en waarvan overeenkomstig
art. 205ter de jaarlijksche gebruiksvergoeding is al'ge-
kocht, (Nic. Beetsschool en St. Jozefschool) en
c. de scholen als bedoeld in artikei 205, 5e lid der
wet, zijnde vôör de inwerkingtreding der wet bestaande
scholcn, deel uitmakende van een niet uitsluitend voor
het geven van schoolonderwijs besteind en niet aan de
gemeente toebehoorend gebouw (St. Antoniusschool).
De stichtingskosten van de onder a bedoelde scholen,
alsmede de afkoopsommen onder b bedoeld zijn door
de gemeente gedragen, terwijl de onder c bedoelde
school uit de eigen middelen van het bestuur is ge-
bouwd. In het laatste geval is het dus een zaak van
het bestuur te overwegen of voor deze school een
molestverzekering zal worden gesloten.
Voor de onder a. en b. bedoelde scholen is inderdaad
sprake van een belang voor de gemeente, omdat ingeval
van beschadiging aan de gemeente gelden gevraagd
zullen worden voor herbouw of herstel. Bij het sluiten
van een molestverzekering verdient het dus aanbeveling
ook deze gebouwen daarin te betrekken.
Aan de hand van de voorschotpremiën, welke M.R.G.
denkt te heffen, kan de volgende kostenberekening wor-
den geschat.
Gemeente-eigendommen.
Klasse I, f 0.20 per f 1000.
per kalenderjaar, f 1.444.550.f 288.91
Klasse Ia, f 0.25 per f 1000.
per kalenderjaar, 4.000.1.
Klasse II, f 0.30 per f 1000,—
per kalenderjaar, 747.100.234.13
Transporteeren f 2.195.650.f 524.04