26 Juni 1941.
105
en Wethouders voor dit doel geen scholen aanwijzen.
Als aan Burgemeester en Wethouders wordt gevraagd
waar een groote school is en zij beantwoorden deze
vraag eerlijk, terwijl later blijkt dat de opgegeven
school wordt gevorderd, dan heeft daarmede nog geen
aanwijzing voor vordering door Burgemeester en Wet-
houders plaats gehad. Spreker adviseert dan ook dat
het Schoolbestuur het beste doet om te gaan praten
met de heeren, die over het bezetten en ontruimen van
scholen beschikken. in dien geest is dan ook een brief
aan het Schoolbestuur geschreven. Spreker kan hier-
over verder op deze plaats niets meer zeggen.
De heer Voors dankt voor de gegeven uiteenzetting,
die hij met belangstelling en voldoening heeft gehoord.
Spreker hoopt dat hiermede aan een verkeerde voor-
stelling van zaken een einde is gemaakt.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De Secretaris,
De Voorzitter.