57
Naar genoemde grondslagen is door mij voor elke
school, waarvoor een aanvrage om vergoeding is in-
gediend, nagegaan, of aanspraak op die vergoeding
bestaat. Daarbij is gebleken, dat alle genoemde aan-
vragen ôf wel volgens het eerste lid, ôf wel volgens
het tweede lid van art. 100 der Lager-onderwijswet
1920 voor inwilliging vatbaar zijn.
Op grond van het bovenstaande is door mij het
navolgende besluit genomen.
HEEMSTEDE, 25 November 1941,
De Burgemeester van Heemstede,
De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming
van de taak van den Raad dier gemeente;
Gezien de aanvragen van na te noemen besturen
van bijzondere schoien om de gemeentelijke vergoe-
ding, als bedoeld in art. 100 der Lager-onderwijswet
1920 over het jaar 1940;
Gelet op genoemd artikel en op de uitvoerings-
besluiten van die wet;
BESLUIT
over het jaar 1940 aan de hierna vermelde besturen
van bijzondere scholen uit de gemeentekas te ver-
goeden de wedden van de volgende onderwijzers,
werkzaam geweest aan de daarbij vermelde scholen.
I. Scholen, in stand gehouden door het R.K. Pa-
rochiaal Kerkbestuur van den H. Bavo