47
2Ä Augustus 1941
Artikel 8.
Het benoodigd materiaal, benevens alle kantoor- en
schrijfbehoeften, worden hem ten koste der gemeente
verstrekt.
Artikel 9.
Hij houdt zijn boeken volgens door hoogere instantie
gegeven of te geven voorschriften.
Hij draagt zorg, dat de ontvangsten en uitgaven on-
verwijld in de daarvoor bestemde registers worden in-
geschreven. Indien naar zijne meening eenig bezwaar
tegen de betaling op een mandaat bestaat, zal hij de
betaling daarvan uitstellen en daaromtrent onverwijld
kennis geven aan Burgemeester en Wethouders.
Artikel 10.
De kas wordt door hem bewaard op de wijze door
hem in overleg met Burgemeester en Wethouders te
bepalen.
De niet direct noodige kasmiddelen worden door
hem terstond belegd bij een door den Gemeenteraad
aangewezen instelling, waaruit hij zonder medewerking
van Burgemeester en Wethouders of een door hen aan-
gewezen lid van hun college, geene gelden kan lichten.
Deze belegging zal in elk geval telkens moeten geschie-
den voor zoover zijne kas, met inbegrip van het saldo
der gemeente bij den postcheque- en girodienst, het
bedrag van f 25.000.overschrijdt.
Artikel 11
Hij legt op door Burgemeester en Wethouders te
bepalen tijdstippen aan hen over een staat der ont-
vangsten en uitgaven in den vorm als door hen wen-
schelijk wordt geacht. Bij het daarop vermeld kas-saldo
wordt melding gemaakt van het bedrag, dat op de
postcheque- en girorekening is goedgeschreven.
Artikel 12.
De rekening over elk dienstjaar wordt door hem
telkens uiterlijk den 15 Juli na dat dienstjaar bij