15 VASTSTELLING UITGEGEVEN BEDRAG PER LEERLING AAN BELOONING VAKONDERWIJZERS OVER 1941. De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming van de taak van den Raad dier gemeente; overwegende, dat in artikel lOlte, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 is bepaald, dat indien de gemeente ten behoeve van een of meer openbare scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, jaarlijks vöör 1 April moet worden vastgesteld hoe groot het ge- middeld bedrag is geweest, dat in het afgeloopen kalenderjaar per leerling aan de openbare scholen in deze gemeente aan belooning voor vakonderwijzers is uitgegeven, terwijl volgens het vijfde lid van genoemd artikel de belooningwordt berekend met inbegrip van de niet op de vakonderwijzers verhaalbare pensioens- bijdragen en voor de berekening van het gemiddeld aantal leerlingen de wijze van tellen wordt gevolgd, aangegeven in artikel 28, zesde en zevende lid, der wet; dat het totaal bedrag der belooningen van vakonder- wijzers voor het gewoon lager onderwijs, met inbegrip der niet-verhaalbare pensioensbijdragen, over 1941 heeft bedragen f 1115.90, het gemiddeld aantal leer- lingen 698V3; dat bedoeld totaal bedrag voor het uitgebreid lager onderwijs heeft bedragen f 3032.68, het gemiddeld aantal leerlingen 286; BESLUIT het in artikel 101 bis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 bedoeld bedrag, zijnde de kosten van het open- baar vakonderwijs over het jaar 1941, vast te stellen per leerling op f 1.60 voor het gewoon lager onderwijs en op f 10.60 voor het uitgebreid lager onderwijs. HEEMSTEDE, 18 Maart 1942. De Burgemeester voornoemd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1942 | | pagina 1