34
van de gemeentebegrooting en wordt aangehecht aan
het af te geven bevelschrift tot betaling uit de ge-
meentekas, waarmede de verrekening van de in art. 4
genoemde voorschotten plaats heeft.
Van de ontvangsten wordt tegelijk een op dezelfde
wijze samengestelde nota in viervoud ingezonden, die
op gelijke wijze wordt deugdelijk verklaard en goed-
gekeurd, waarna door den Burgemeester aan den ge-
meenteontvanger opdracht wordt gegeven het daarin
vermelde bedrag op de aan te wijzen volgnummers
der gemeenterekening te verantwoorden. De in art. 1
genoemde ambtenaar draagt zorg, dat de storting on-
middellijk na de goedkeuring der nota plaats heeft.
Voor het samenstellen der gemeentebegrooting zal
de ambtenaar uiterlijk op den 15en Mei voorafgaande
aan het begrootingsjaar, een raming van inkomsten en
uitgaven, gesplitst naar de rekeningen bedoeld in art. 3,
aan den Burgemeester inzenden, die, na goedkeuring
hiervan, de noodige bedragen op diverse volgnummers
doet opnemen.
De ambtenaar is verplicht, behoudens nader door
hooger gezag te geven voorschriften, alle hulpboeken,
bonnenboeken, kaartsystemen en dergelijke aan te
leggen en bij te houden, die de Burgemeester met
het oog op de controle der inkomsten en uitgaven
noodig acht.
Deze regelen worden geacht in werking te zijn ge-
treden op den lsten Januari 1942.
Artikel 9.
Artikel 10.
Artikel 11.
Aldus vastgesteld den 29 Juli 1942.
De Burger
:retaris.