honderd, berekend over de verkoopwaarde of, indien
deze niet is te bepalen, over een som, door vergelijking
afgeleid uit de verkoopwaarde van andere gebouwde
eigendommen of gedeelten daarvan van dezelfde of
meest nabijkomende soort en welke onder dezelfde of
meest nabijkomende omstandigheden verkeeren.
Waar in dit artikel sprake is van huurwaarde- of
verkoopwaardebepaling, geschiedt zulks naar den toe-
stand bij den aanvang van het belastingjaar.
Artikel 5.
De belasting bedraagt 1 van den volgens het vorig
artikel vastgestelden grondslag.
Bij de berekening der aanslagen worden waarden van
centen op een veelvoud van tien naar boven afgerond.
Artikel 6.
Wordt in den loop van een belastingjaar een in de
belasting vallend nieuwgebouwd eigendom voor het
eerst in gebruik genomen, dan is de belasting verschul-
digd over zooveel twaalfde gedeelten als er maanden
in het belastingjaar overblijven.
Alsdan wordt ter aanwijzing van den genothebbende
in het vierde lid van art. 3 inplaats van 1 Januari van
het belastingjaar", gelezen: ,,den datum van ingebruik-
neming van het perceel".
Wordt in den loop van een belastingjaar een gebouwd
eigendom herbouwd en is de huurwaarde van het
nieuwe perceel meer dan tweemaal het bedrag waarvoor
het oude perceel werd aangeslagen, dan wordt een nieu-
we aanslag opgelegd over het aantal maanden, dat van
het herbouwde eigendom gebruik gemaakt wordt en
wordt op den aanslag van het oude perceel een even-
redige ontheffing verleend.
Bij de aanslagregeling worden gedeelten van maanden
voor volle maanden gerekend.
Artikel 7.
Wanneer een gebouwd eigendom gedurende twaalf
achtereenvolgende volle maanden ongebruikt en onver-
huurd is gebleven wordt aan hem, die gedurende dat
geheele tijdvak daarvoor is aangeslagen, vrijstelling of
teruggaaf verleend van de belasting over dat tijdvak,