2
BEHEER QEMEENTEBEDRIJVEN.
De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming van
de taak van den Raad dier gemeente;
Overwegende, dat in artikel 14, sub 3, der Verorde-
ning op het beheer van de bedrijven der gemeente, vast-
gesteld bij raadsbesluit van 29 September 1932, n°. 54,
is bepaald, dat de jaarlijksche afschrijving op de waarde
der bezittingen minstens even groot zal zijn als de
verplichte jaarlijksche aflossing van het kapitaal, dat
ten behoeve van het bedrijf is geleend;
Overwegende, dat de jaarlijksche aflossing voor het
gasbedrijf in de begrooting voor het jaar 1943 is ge-
raamd op f 62.625.terwijl de gewone afschrijving
naar raming zou bedragen f 40.000.—zoodat, om ge-
noemde bepaling te kunnen naleven, een extra-afschrij-
ving zou moeten worden toegepast van f 22.625.
Overwegende, dat op grond van genoemde bepaling
reeds enkele jaren een aanmerkelijk bedrag extra moest
worden afgeschreven
Overwegende, dat hiertegen in het algemeen geen
bezwaar bestaat, doch dat er in deze bijzondere om-
standigheden aanleiding aanwezig is om, evenals voor
de jaren 1937 tot en met 1942, bedoelde bepaling
voor 1943 buiten werking te stellen en dus de extra-
afschrijving achterwege te laten;
artikel 14, sub 3, der hiervoor aangehaalde verordening
voor 1943 ten behoeve van het gasbedrijf buiten
werking te stellen.
BESLUIT
HEEMSTEDE, 28 Januari 1943.
De Burgemeester voornoemd,
K 1354