17
27 Augustus 1943.
VOORLQOPIGE VASTSTELLING BEDRAGEN
IIITGAVEN VOOR OPENBAAR LAGER
ONDERWIjS OVER 1942 IN VERBAND
MET VIJFJAARLIJKSCHE AFREKENING.
De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming van
de taak van den Raad dier gemeente;
overwegende, dat volgens artikel 55ter eerste lid der
Lager-onderwijswet 1920 jaarlijks vôör 1 September
voorloopig vastgesteld moet worden het bedrag, dat de
gemeente voor de openbare lagere scholen onderschei-
denlijk voor gewoon en voor uitgebreid lager onderwijs
in het voorafgaande kalenderjaar heeft uitgegeven ter
bestrijding van de kosten, bedoeld in art. 55, onder e tot
en met h en o, der Lager-onderwijswet 1920, alsmede
die van instandhouding, met dien verstande, dat deze,
voor zooveel betreft de kosten voor het aanschaffen van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften, bedoeld
in art. 55, onder alleen in aanmerking komen, indien
deze aanschaffing gestrekt heeft tot vervanging van
leer- en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig ge-
bruik niet meer gebruikt konden worden of tot aanvul-
ling van den voorraad van schoolbehoeften in verband
met de vermindering door verbruik;
overwegende, dat de voorloopige vaststelling als be-
doeld in de vorige alinea heeft plaats gehad over de jaren
1938 tot en met 1941 en bij dit besluit geschiedt voor het
jaar 1942;
overwegende, dat volgens art. 55ter, tweede lid van
genoemde wet thans tevens voorloopig moeten worden
vastgesteld de op het afgeloopen tijdvak van vijf jaren
betrekking hebbende bedragen, bedoeld in genoemd
tweede lid;
overwegende, dat de navolgende uitgaven ten behoeve
van het openbaar onderwijs in 1942 zijn gedaan: