17
27 Augustus 1943.
overwegende, dat het krachtens art. 55bis der Lager-
onderwijswet 1920 voor het jaar 1942 beschikbaar ge-
stelde bedrag per leerling bij raadsbesluit van 3 Februari
1942, n°. 4, is vastgesteld op f 14.28 voor het gewoon
en op f 20.04 voor het uitgebreid lager onderwijs;
BESLUIT:
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1942
werkelijk heeft uitgegeven voor de kosten, bedoeld in
art. 55bis der Lager-onderwijswet 1920, voorloopig vast
te stellen op f 8457.90 f 332.— f 8789.90 voor het
gewoon en op f 5246.26 f 140.33 f 5386.59 voor het
uitgebreid lager onderwijs;
b. het bedrag, dat, overeenkomstig het krachtens art.
55bis per leerling bepaald bedrag, in verband met het
gemiddeld aantal leerlingen der scholen over het jaar
1942 beschikbaar is gesteld voor de sub a bedoelde uit-
gaven voorloopig vast te stellen op:
664 X f 14.28 f 9481.92 voor het gewoon en op
2802/3 X f 20.04 5624.57 voor het uitgebreid lager
onderwijs;
c. het verschil tusschen de sub a en b bedoelde be-
dragen voorloopig vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a voor het gewoon lager onderwijs is
f 692.02 minder dan het bedrag sub b voor dat onder-
wijs;
het bedrag sub a voor het uitgebreid lager onderwijs
is f 237.98 minder dan het bedrag sub b voor dat onder-
wijs;
d. op grond van de besluiten dd. 28 Juli 1939, n°.
76, 22 Augustus 1940, n°. 47, 28 Augustus 1941, n°. 46
en 26 Augustus 1942, n°. 35 en van dit besluit de
totalen van de sub a en b bedoelde bedragen over de
jaren 1938 tot en met 1942 voorloopig vast te stellen als
volgt: