23
TOELICHTING BIJ DE VERORDENING TOT
HEFFING VAN OPCENTEN OP DE HOOFDSOM
DER GRONDBELASTING IN DE GEMEENTE
HEEMSTEDE, vastgesteld bij besluit van
30 September 1943.
Door de invoering van een nieuwe regeling van de
financiëele verhouding tusschen het Rijk en de gemeen~
ten bij besluit van de Secretarissen-Generaal van de
Departementen van Financiën, van Binnenlandsche
Zaken en van Sociale Zaken van 15 Juli 1943 (Ned.
Staatscourant No. 167) is het noodzakelijk, dat voor-
zien wordt in de middelen, die voor de gemeente, ten-
gevolge van deze regeling, wegvallen.
Volgens artikel 9 van bovenvermeld besluit wordt
aan de gemeente over de belastingjaren 1942 en 1943
uit de zuivere opbrengst van de opcenten op de hoofd-
som der grondbelasting geheven krachtens het besluit
van den Secretaris-Generaal van het Departement van
Financiën van 28 October 1940 Verordeningenblad
No. 226/1940) en wel tot een aantal van 120 voor
gebouwde eigendommen en van 100 voor ongebouwde
eigendommen een uitkeering gedaan van 11/12 ge-
deelte voor zooveel betreft de opcenten geheven op
^anslagen wegens gebouwde eigendommen en 9/10
gedeelte op die wegens ongebouwde eigendommen.
Na 1 Januari 1944 worden deze extra opcenten door
het Rijk niet meer geheven en zouden voor de gemeente
deze baten vervallen.
Het is dus gewenscht reeds thans te voorzien in het
te verwachten tekort op de middelen der gemeente-
begrooting.
Verhooging van de gemeentelijke opcenten tot het
in de verordening aangegeven aantal is in verband
met bovenstaande beschouwingen niet van invloed op
de lasten die thans reeds aan de ingezetenen zijn op-
gelegd.
Naar de tegenwoordige heffing worden door de ge-
meente geheven: