4
21 Januari 1944.
Vergoeding voor bijzonder lager onderwijs
met vijfjaarlijksche afrekening over 1938 t/m 1942.
De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming
van de taak van den Raad dier gemeente;
Overwegende, dat ter uitvoering van art. 103, 3e lid
der Lager-onderwijswet 1920 bepaald moet worden het
totaal van de vergoeding en van de voor vergoeding
in aanmerking komende uitgaven over de 5 jaren 1938
tot en met 1942, voor de:
a. Nicolaas Beetsschool l.o., Bosch en Hovenschool
l.o. en Bosch en Hovenschool u.l.o uitgaande van
de Vereeniging ..Bijzondere Protestantsche School
te Heemstede'
b. St. Aloysiusschool l.o., uitgaande van het R.K.
Kerkbestuur van O.L. Vrouwe Hemelvaart en
c. St Jozefschool l.o., St. Antoniusschool l.o St.
Augustinusschool l.o., Jacobaschool l.o St. Anto-
niusschool u.l.o. en St. Henricusschool u.l.o., uit-
gaande van het R.K. Kerkbestuur van den H. Bavo;
Gelet op de besluiten van 28 November 1939, no. 92;
21 November 1940, no. 70; 25 November 1941, no.
58; 19 November 1942, no. 49 en 23 November 1943,
no. 32, waarbij deze bedragen voor elk der 5 jaren zijn
vastgesteld
Overwegende, dat de „overschrijding per leerling".
als bedoeld in art. 55ter, tweede lid, over de jaren
1938 tot en met 1942 bij zijn besluit van 27 Augustus
1943, no. 17, werd bepaald op nihil voor het open-
baar gewoon lager onderwijs en op 7.42 voor het
openbaar uitgebreid lager onderwijs;
BESLUIT
I. over de jaren 1938 tot en met 1942 het totaal be-
drag der vergoedingen en het totaal bedrag der voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven, alsmede
het verschil tusschen deze totalen vast te stellen als
volgt: