12
9 Juni 1944.
BEHEER GEMEENTEBEDRIJVEN.
De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming
van de taak van den Raad dier gemeente;
Overwegende, dat in artikel 14, sub 3, der Ver-
ordening op het beheer van de bedrijven der gemeente,
vastgesteld bij raadsbesluit van 29 September 1932,
n°. 54, is bepaald, dat de jaarlijksche afschrijving op
de waarde der bezittingen minstens even groot zal zijn
als de verplichte jaarlijksche aflossing van het kapitaal,
dat ten behoeve van het bedrijf is geleend;
Overwegende, dat de jaarlijksche aflossing voor het
gasbedrijf in de begrooting voor het jaar 1944 is ge-
raamd op f 53.600.terwijl de gewone afschrijving
naar raming zou bedragen f 39.000.—, zoodat, om ge-
noemde bepaling te kunnen naleven, een extra-afschrij-
ving zou moeten worden toegepast van f 14.600.
Överwegende, dat op grond van genoemde bepaling
reeds enkele jaren een aanmerkelijk bedrag extra moest
worden afgeschreven
Overwegende, dat hiertegen in het algemeen geen
bezwaar bestaat. doch dat er in deze bijzondere om-
standigheden aanleiding aanwezig is om, evenals voor
de jaren 1937 tot en met 1943, bedoelde bepaling
voor 1944 buiten werking te stellen en dus de extra-
afschrijving achterwege te laten;
artikel 14, sub 3, der hiervoor aangehaalde verordening
voor 1944 ten behoeve van het gasbedrijf buiten
werking te stellen.
BESLUIT
HEEMSTEDE, 9 Juni 1944.
De Burgemeester voornoemd,
K 1349