23
22 Augustus 1944.
VERORDENING houdende beschik-
baarstelling van waterpompen in geval
van nood.
Artikel 1.
1. Ieder op wiens terrein of erf een waterpomp aan-
wezig is, is gehouden daarvan schriftelijk mede-
deeling te doen aan den Burgemeester.
2. Voor gemeenschappelijk bezit van een waterpomp
rust deze verplichting op iederen deelgerechtigde.
3. De hiervoren bedoelde mededeeling, welke moet
inhouden een vermelding van de juiste plaats waar
de pomp zich bevindt, moet geschieden binnen
een maand nadat de waterpomp bedrijfsklaar is
opgeleverd en voor de reeds aanwezige pompen
binnen een maand na het inwerking treden dezer
verordening.
Artikel 2.
De bezitters van een waterpomp zijn gehouden in
geval van nood, door den Burgemeester bij openbaar
bekend te maken besluit te bepalen, iedereen uit hun
pomp water te verschaffen of te doen verschaffen.
Artikel 3.
De bezitters van een waterpomp zijn gehouden een
door den Burgemeester bij besluit vast te stellen ken-
merk, dat van gemeentewege zal worden verstrekt,
zoodanig te plaatsen, dat dit vanaf den openbaren weg
bij eersten oogopslag zonder moeite kan worden waar-
genomen.
Artikel 4
De bezitters van een waterpomp zijn verplicht deze
op eigen kosten bedrijfsklaar te houden.
Artikel 5.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd
gulden.