4 27 Maart 1945. VASTSTELLING UITGEGEVEN BEDRAG PER LEERLING AAN BELOONING VAKONDERWIJZERS OVER 1944. De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming van de taak van den Raad dier gemeente; Overwegende, dat in artikel 101 bis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 is bepaald, dat indien de ge- meente ten behoeve van een of meer openbare scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, jaarlijks vôör 1 April moet worden vastgesteld hoe groot het gemiddeld bedrag is geweest, dat in het afgeloopen kalenderjaar per leerling aan de openbare scholen in deze gemeente aan belooning voor vakonderwijzers is uitgegeven, ter- wijl volgens het vijfde lid van genoemd artikel de be- looning wordt berekend met inbegrip van de niet op de vakonderwijzers verhaalbare pensioensbijdragen en r voor de berekening van het gemiddeld aantal leerlingen de wijze van tellen wordt gevolgd, aangegeven in artikel 28, zesde en zevende lid der wet; dat het totaal bedrag der belooning van vakonder- wijzers voor het gewoon lager onderwijs, met inbegrip van de niet-verhaalbare pensioenbijdragen, over 1944 heeft bedragen 1423.12, het gemiddeld aantal leer- lingen 711; dat bedoeld totaal bedrag voor het uitgebreid lager onderwijs heeft bedragen 3547.51, het gemiddeld aantal leerlingen 229*/3 het in artikel lOlbis, eerste lid, der Lager-onderwijs- wet 1920 bedoeld bedrag, zijnde de kosten van het openbaar vakonderwijs over het jaar 1944, vast te stellen per leerling op 2.voor het gewoon lager onderwijs en op 15.47 voor het uitgebreid lager onderwijs. BESLUIT Heemstede, 27 Maart 1945. 7 K 1349

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1945 | | pagina 1