8
28 Februari 1946.
De heer van Lent, Wethouder, wijst er nog op, dat
inderdaad in Groenendaal afrasteringen voorkomen, die
echter een gevolg zijn van nieuwe aanplant die be-
schermd moet worden, Het verheugt spreker, dat er om
Groenendaal een breede gracht gelegd wordt en geen
heg, waardoor het niet zoo gemakkelijk zal zijn daar
weer overheen te komen, zoodat de heeren niet bang
behoeven te zijn, dat er verder aan Groenendaal ge-
knabbeld zal worden.
De heer Saarberg vraagt, of Burgemeester en Wet-
houders bereid zijn een toelichting te geven, waarom
geen eigen graven meer zullen worden uitgegeven.
De Voorzitter antwoordt, dat in de adviezen der
commissie voor Openbare Werken en de Plantsoenen
er de aandacht op gevestigd is, dat door het uitgeven
van eigen graven, zooveel grond aan de begraafplaats
wordt onttrokken, waar de gemeente voor het begraven
nooit méer wat aan heeft. Practisch toch zijn eigen gra-
ven onaantastbaar. Ook bij een gesloten begraafplaats
blijft het eigendomsrecht gehandhaafd als het graf goed
onderhouden wordt, Zij vormen als het ware allemaal
eilandjes. Hierdoor wordt te veel grond aan de begraaf-
plaats onttrokken, De bedoeling van dezen maatregel is
om te voorkomen, dat de ruimte die nu beschikbaar
komt, te spoedig weer op zou zijn.
De heer Saarberg acht hier economisch niets tegen
in te brengen, Spreker kan zich echter voorstellen, dat
er bij velen groote behoefte bestaat, dat er op de be-
graafplaats, waar toch zij rusten die ons lief en dierbaar
z'jn, gelegenheid wordt geboden voor het verwerven
van een plaatsje dat onaantastbaar is, Deze maatregel
zal misschien ook nog meewerken om velen uit de ge-
meente te verjagen.
De heer van Lent, Wethouder, wijst er op, dat als
men doorgaat op den tot nu toe gevolgden weg, de uit-
breiding van de begraafplaats weldra niet voldoende
zal blijken te zijn en dat men dan gedwongen zou wor-
den om heel Groenendaal als begraafplaats te gaan be-
nutten. Daarom moet men nu eenmaal de vastgestelde
beperking opleggen, waardoor verkregen wordt, dat er
op kan worden gerekend, dat na behoorlijken tijd over