19
28 Juni 1946.
staf wordt het schoolgeld dienovereenkomstig herzien.
Het teveel betaalde wordt zoo spoedig mogelijk geresti-
tueerd.
Artikel 8.
Het schoolgeld verschuldigd overeenkomstig den
maatstaf bedoeld in artikel 5 bedraagt per leerling en
per schoolgeldjaar bij een schoolgeldmaatstaf van:
f 50,— of
Artikel 9.
Bij tusschentijdsche toelating tot de school is het
schoolgeld slechts verschuldigd over zooveel maanden,
als het schooljaar nog bij die toelating bevat, gedeelten
van maanden voor geheele gerekend.
Het schoolgeld is overigens verschuldigd over de
maanden, gedurende welke de kinderen als leerlingen
van de school staan ingeschreven, de vacanties inbe-
grepen.
minder dan f 50.
nihil
meer, doch minder dan f
80,—
f 4.80
80.—
120,—
6—
120,—
160—
7.20
160,—
tt tf tt ti tt
200,—
9—
200.—
f ft
250,—
10.80
250.—
300—
12.60
300.—
tt tt tt tt tt
350—
15—
350.—
400—
18—
400,—
450.—
21
450.—
500—
24—
500,—
550—
27—
550,—
t ff f t
600—
30—
600,—
700—
33
700,—
800—
36—
800.
900—
42—
900,—
1000—
48—
1000,—
1100,—
54—
1100.—
1200—
60
1200,—
t tt rt tt tt
1300—
66—
1300.—
1400,—
72—
1400.en
hooger
75—
