43
28 Juni 1946.
gehouden met het lidmaatschap van de Volksbeweging.
Spreker heeft er bij de toen plaats gehad hebbende be-
sprekingen reeds op gewezen, dat er personen in de
fracties zaten, die een iets andere plaats innamen. De
R.K. Volkspartij b.v. bestond toen nog niet. Hier had
men te doen met een fractie van Katholieken, die geen
zitting hadden namens een partij. En daar was alle aan-
leiding toe. Er bestond toentertijd n.l. nog geen over-
eenstemming over den terugkeer van een eigen R.K.
partij. Spreker meent dan ook, dat de heer van den
Berge mistast inzake den oorsprong van de samenstel-
ling van de verschillende fracties.
De heer Mr. Pliester vraagt aanteekening, dat de
samenstelling van de C.H. fractie niet heelemaal klopt
met hetgeen door den heer Dr. Brongersma is gezegd.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
geen aanleiding hebben gevonden het verzoek van den
heer van den Berge te steunen. Burgemeester en Wet-
houders staan op het standpunt, dat zij van hun beleid
i.z. de begrooting 1946 verantwoording aan dezen Raad
hebben af te leggen, hetgeen h.i. niet kan worden over-
gelaten aan den nieuwen Raad, die minder goed de
gestes van Burgemeester en Wethouders zal kunnen
beoordeelen.
Uit een desbetreffende vraag van den Voorzitter
blijkt, dat geen der leden voor het voorstel van den heer
van den Berge is, om de gemeente-begrooting 1946 door
den nieuw te kiezen gemeenteraad te doen behandelen.
III. Bepalingen voor den dienst der Gemeente-Reini-
gîng.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in
de gedrukte stukken onder volgno.
15. Bepalingen voor den dienst der Gemeente-
reiniging.
De Voorzitter deelt mede, dat de Financieele Com-
missie zich, blijkens haar advies, met het ontwerp-be-
sluit kan vereenigen.
De heer van der Erf acht het voor de minder gesi-