55 28 Juni 1946. Tegen het voorstel stemden de heeren Reijnders, Dis- selkoen, Zonneveld, Verspoor, Eekhof, Dr. Brongersma, van der Erf, Peeperkorn, Mr. Bakhuizen van den Brink en de Wethouders van Unen, Jhr. van de Poll en van Lent. De verordening wordt vervolgens, met inachtneming van de aangebrachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming vastgest^ld. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de Ver- ordening op de heffing en invordering van schoolgeld voor het voorbereidend onderwijs. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink vraagt, of deze verordening is ontworpen naar een vaststaand model. Indien dit een incidenteel geval is, dan zou spreker daar gaarne over willen spreken, De heer van Unen, Wethouder, zegt, dat deze ver- ordening in hoofdzaak identiek is aan die voor het lager onderwijs. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink vraagt, of de bepaling van het schoolgeld voor kinderen wier ouders in Indië wonen in de verordening voor het lager onder- wijs gelijkluidend is. De heer van Unen, Wethouder, antwoordt hierop be- vestigend, waarop de heer Mr. Bakhuizen van den Brink opmerkt, dat hij dan van een verdere bespreking van deze verordening afziet. Op voorstel van den heer Mr. Pliester wordt zonder hoofdelijke stemming besloten om den aanhef van art. 16 in plaats van ,,het Höofd der school te lezen ,,de leid- ster der kleuterklasse De verordening wordt vervolgens, met inachtneming van de aangebrachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. RONDVRAAG. De heer Disselkoen heeft meermalen de klacht ge- hoord, dat de bevolking zoo weinig één gemeenschap vormt en de banden tusschen de gemeente en haar in- woners zoo los zijn. In andere plaatsen tracht men dezen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1946 | | pagina 22