36
28 Juni 1946.
Wethouders wordt besloten, het gevraagde ontslag eer-
vol te verleenen, met ingang van een door hun College
te bepalen datum.
c. Brief dd. 4 Juni 1946 van den heer J. van den
Berge, lid van den Raad, waarin hij aan Burgemeester
en Wethouders verzoekt, om op de agenda van de
eerstvolgende vergadering van den Raad te plaatsen,
de kwestie, of de behandeling der gemeentebegrooting
1946 door den Noodraad of door den nieuw te kiezen
Raad moet geschieden.
De Voorzitter geeft den heer van den Berge gelegen-
heid om zijn schrijven toe te lichten.
De heer van den Berge wil allereerst Burgemeester
en Wethouders bedanken voor de geboden gelegenheid
om zijn schrijven nader toe te lichten. De Raad, aldus
spreker, zal het uit sprekers brief bekend zijn, dat hij
meent, dat de huidige Noodraad, doordat zij geen weer-
spiegeling meer is van de politieke verhoudingen in de
burgerij, de bevoegdheid mist, om als vertegenwoordi-
ger der burgerij op te treden. Spreker is er zich van
bewust, dat hij deze kwestie eerst laat aan de orde stelt
en daardoor mogelijk Burgemeester en Wethouders en
den Röad in een moeilijk parket brengt. De gemeente-
begrooting 1946 toch, verkeert reeds in een vrij ver
gevorderd stadium doordat zij al in de diverse commis-
sies is behandeld. Indien het zeker was dat bij de be-
handeling van de begrooting geen intrigeerende wijzi-
gingen, van welken aard ook, zouden te verwachten
zijn, dan zou er voor spreker geen aanleiding zijn om
deze kwestie aan te snijden. Juist echter omdat door
eenige leden nerhaaldelijk is aangedrongen op behande-
ling van de begrooting 1946 in dezen Noodraad, meent
hij, dat zij enkele belangrijke voorstellen op hun pro-
gramma hebben. Spreker wil daarom vooraf formeel de
juiste verhoudingen in dezen Noodraad bij deze bepalen.
Als uitgangspunt neemt spreker het optreden van dezen
Raad nu 9 maanden geleden. Nadat de noodraad, aldus
spreker, was samengesteld, is een vergadering van de
fractieleiders gehouden. In die vergadering heeft spre-
ker er op gewezen, dat het algemeen bekend is, dat de
A.R.-partij aan haar organen het advies heeft gegeven