37
28 Juni 1946.
om niet mede te werken aan de instelling van een Nood-
raad. Spreker vindt aanleiding om toe te lichten waar-
om van dit advies is afgeweken. Dit is gedaan naar
aanleiding van een uitgebracht rapport aan den Burge-
meester door een ingestelde adviescommissie. Dit rap-
port weerspiegelt den inhoud der besprekingen in die
commissie aldus:
,,Men rade de leden van het Kiescollege, zoo grondig
mogelijk overleg te plegen met hun politieke organisaties
en inzake de te benoemen personen voor den tijdelijken
raad zooveel mogelijk de continuiteit te bewaren t.o.v.
den laatst gekozen raad. De leden dezer commissie mee-
nen dit met te meer klem en hoop op goed gevolg te
mogen doen, waar zij ook uitvoerig het advies van ge-
noemde organisaties hebben ingewonnen.
In haar conclusie zegt de commissie, dat allen zich
baseerden op de laatste uitslagen der verkiezingen voor
den Gemeenteraad en adviseert:
,,de volgende verdeeling van het Kiescollege te aan-
vaarden:
18 zetels voor de roomsch-katholieke richting;
18 zetels voor de vrijzinnige richting;
9 zetels voor de sociaal-democratische richting;
9 zetels voor de christelijk historische richting;
3 zetels voor de anti-revolutionnaire richting."
Het kiescollege voor den Noodraad zou bestaan uit
het drievoud van het te benoemen aantal leden. Uit het
rapport blijkt dus, dat zooveel mogelijk tegemoet zou
worden gekomen aan de gemaakte bezwaren en dat
raen de bestaande verhoudingen zou consolideeren.
Hierna bestond er voor spreker geen aanleiding meer
niet mede te werken.
Intusschen, aldus spreker, is er een intrigeerende wij-
ziging gekomen in de bestaande verhoudingen in den
Noodraad. Enkele heeren, n.l. 1 C.H., 1 R.K. en 2 V.D..
berichtten, dat zij waren overgegaan tot de Partij van
den Arbeid, waardoor met de 3 afgevaardigden der
S.D.A.P., deze partij in één slag met 7 afgevaardigden
in den Noodraad vertegenwoordigd is. De verhouding
ten opzichte van de andere partijen leek spreker niet
juist. Toen was er echter nog niets van te zeggen. om-
dat mogelijk de verschuiving haar rechtvaardiging zou
vinden in den uitslag der te houden verkiezingen. In-