22 Juli 1946.
67
houders en de betrokken ambtenaren, voor het behoud
Van 0 *nancieele onafhankelijkheid der gemeente. De
omstandigheid, dat Heemstede niet tot de noodlijdende
gemeenten behoort, legt aan den anderen kant ook ver-
plichtmgen op( n.l. om te zorgen dat deze bevoorrechte
positie gehandhaafd blijft. Een debat over de bedrijfs-
tarieven op dit oogenblik, draagt volgens spreker een
vo komen academisch karakter. De heer Disselkoen
wil trouwens daarover thans ook geen beslissingen ne-
men. Men stelle de behandeling van deze kwestie dbn
ook uit tot de nieuwe Raad bijeenkomt.
De heer Reijnders zegt dat de organisaties van amb-
tenaren en werklieden jarenlang hebben gevochten om
een behoorlijke rechtspositie voor het personeel in
overheidsdienst te verkrijgen. Die strijd is niet vergeefs
geweest want er zijn op dit gebied zeer behoorlijke
resultaten verkregen. Een omissie bestaat er echter nog
voor wat betreft de niet-controleerbare straffen Be-
trokkenen wordt niet medegedeeld, dat zij niet be-
waam voor hun functie zijn, doch wanneer het tot een
bevordering komt, dan blijken zij gepasseerd te worden,
ln den laatsten tijd heeft zich tot tweemaal toe een
dergelijk geval voorgedaan. In het eerste geval vond
een ambtenaar, die hangende de tegen hem loopende
zuiveringsprocedure in zijn functie gestaakt was, na
zijn rehabihtatie een jongere collega op de plaats, waar
tuj voJgens ancienniteit rechten op kon doen gelden.
Het tweede geval deed zich zeer kort geleden voor.
wee ambtenaren solliciteerden beiden naar een hoogere
lunctie. Bij de vervullling der vacature werd de oudere
en hooger m rang geplaatste ambtenaar gepasseerd en
e.eg de jongere en lager geplaatste de begeerde be-
trekking. bpreker kan dit niet anders aanvoelen dan als
straf en de ambtenaren gevoelen hetzelfde. Hij hoopt
dat Burgemeester en Wethouders niet op dezen weg
zullen voortgaan, maar dat zij naar ancienniteit zullen
evorderen tenzij uitdrukkelijk corrigeering noodig is.
Het college lette vooral niet te veel op de politiekc
kJeur en verhoede dat een bepaalde kleur bevoordeeld
wordt.
De Voorzitter constateert, dat er door de leden
wemig opmerkingen zijn gemaakt welke een antwoord