80
22 Juli 1946
van wijziging dd. 17 Juli 1946 en het in de gedrukte
stukken opgenomen ontwerp-besluit volgno.
Volgno. 247:
Jaarwedde van den Wethouders.
De OGiZitter zegt, dat er zijnerzijds het voorstel is
gedaan om de jaarwedde van de wethouders te ver-
hoogen tot f 1500.Bij dit voorstel heeft spreker
zich laten leiden docr de overweging, dat in denzelfden
Irant als waarmede alle verhoogingen der salarissen
vo°r het gemeente-personeel hebben plaats gehad, ook
de wethouders-jaarwedde verhoogd dient te worden.
Het geldt hier dus geen hoogere marge. Nu zijn er in
de financieele commissie stemmen opgegaan, dat ook
het voorgestelde bedrag van f 1500,— te laag is. Een
bedrag van f 1800.werd juister geacht. Spreker
wijst er op, dat deze jaarwedde in Bloemendaal f 1*800.
bedraag, In andere gemeenten van onze grootte
bedraagt zij minder. Spreker kan zich indenken,
dat f 1500.niet voldoende wordt geacht. Voor
spreker is dit geen rekensommetje. Als f 1250.
te weinig was, dan is f 1500.automatisch ook
te weinig. Als spreker zijn persoonlijk aangelegden
maatstaf toepast, dan is hij niet tegen f 1800.Bij
het bepalen van de bezoldiging voor het wethouder-
schap, moet men bedenken, dat er beslag op tijd wordt
gelegd en dat dit ambt voor een ieder, ook voor de
menschen dit niet financieel krachtig zijn, moet open-
staan. Spreker kan zich dan ook vereenigen met een
bezoldiging van f 1800.
De heer Kamerbeek wijst er op, dat dit punt in zijn
fractie ernstig is besproken. Voor beide standpunten
is veel te zeggen. Spreker wil nu namens de meerder-
heid der R.K-fractie, waarin een besluit werd geno-
men mei uitzondering van den heer Van Lent, een
toelichting geven op het gedane voorstel om de
jaarwedde voor de wethouders op f 1800.te brcn-
gen.
In de nota der financieeie commissie wordt er over
gesproken, dat het Wethouderschap niet uitsluitem
gereserveerd dient te worden voor gepensionneerden