22 Juli 1946
of beter-gesitueerden, die het salaris kunnen beschou-
wen als een aanvullingstoelage, Spreker is bovendien
van meening, dat als zij het geld niet noodig hebben,
zij dit altijd kunnen afstaan ten bate van de aic^meene
armen, Vast staat, dat als een arbeider of midden-
middenstander de kwaliteiten heeft om het Wethouders-
ambt te vervullen, dan ook de gelegenheid voor deze
categorieën moet bestaan, om financieel dit ambt waar
te nemen. Spreker heeft de moeite genomen om na te
gaan hoeveel tijd de vervulling van het wethouders-
ambt eischt. Spreker had het genoegen om een wet-
houder die reeds vele jaren deel uitmaakt van het Col-
lege, n,l. de heer Van Unen, hierover zijn meening te
vragen, die hem meedeelde, dat voor een goede ver-
vulling van het aznbt 3 dagen per week noodig waren
Een andere wethouder stelde het aantal dagen op 2 en
weer een derde daar tusschenin, dus op 2 x/i dag. Spre-
ker komt dan ook tot de conclusie, dat voor een be-
hoorlijke waarneming van het wethouderschap, waar-
onder spreker neemt tijd voor conferenties en behoor-
lijke bestudeering der onderwerpen, een hoogere bezol-
diging noodig is. Namens zijn fractie verkïaart spre-
ker, dat zij een bezoldiging van f 1800.niet in over-
eenstemming acht met de eischen aan het wethouder-
schap gesteld en met den tijd en capaciteiten die daar-
voor worden gevergd. In deze bezoldiging moet boven-
dien verdisconteerd zijn een tegemoetkoming in even-
tueele winstderving. De Wethouder stelt bovendien
zijn ervaring ten dienste van de gemeenschap. Het
representatieve mag volgens spreker niet gezocht wor-
den in politieke schakeeringen. Spreker hoopt, dat de
heeren dit willen beschouwen zuiver als een inzicht
ten aanzien van een betrekkelijk redelijke honoreering
van hen die de gemeenschap dienen.
De Voorzitter zegt, het de heeren gemakkelijk te wil-
len maken en daarom voor te stellen de jaarwedde der
Wethouders op f 1800.per jaar te brengen.
De heer Van den Berge zegt in de Financieele Com-
missie tegenstander te zijn geweest van het brengen
der jaarwedde van de wethouders van f 1500.op
f 1800.Spreker ziet het ambt van wethouder iets
81
