90 22 Juü 1946 van Wcill tengevolge van het zwemmen in open water. Verder wijst spreker er op, dat in de Jachthaven een rattenplaag heerscht. De Voorzifter is van het voorkomen van de ziekte van Weill niets bekend. Als deze voorgekomen was, dan zou spreker daar wel kennis van hebben gehad. Van de gesignaleerde rattenplaag heeft spreker ken nis genomen, Volgno. 407: Jaarwedde van den opzichter bij de Sportparken en de Bad- en Zweminrichtingen. De heer Saarberg is het opgevallen, dat hier van een opzichter wordt gesproken. Spreker meent, dat de om- vang van diens werkzaamheden aanleiding vormt, om voor deze functie een anderen titel te zoeken, die meer in overeenstemming is met de belangrijkheid van de functie. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat deze zaak de volle aandacht van Burgemeester en Wethou- ders heeft. Hoofdstuk 16: Ontvangsten, De heer Peeperkorn vraagt, hoe of het nu staat met het toekennen van subsidie aan het bijzonder Middel- baar Onderwijs. De Voorzitter antwoordt, dat aan de leden hierover een nota van Burgemeester en Wethouders is toege- zonden met bijbehoorenden brief. Hieruit hebben de leden kunnen lezen, dat het niet in de bedoeling ligt deze materie in den Noodraad te behandelen. De begrooting wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. De Voorzitter dankt de leden voor de vlugge behan- deling van deze begrooting, Rondvraag. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink vraagt, hoe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1946 | | pagina 34