98
23 Augustus 1946
R. C. Bakhuizen van den Brink, 2. J. van den Berge,
3. O. A. Brink, 4. Dr. E. Brongersma, 5. H. J. W. B.
Disselkoen, 6. A. C. Hopstaken, 7. E. J. van Lent,
8. N. J. van der Linden, 9. J. van Nispen, geb. van
Wely, 10. Jhr. A. van de Poll, 11. W, J. Reijnders,
12, Th. J. H. Verhoeven, 13. A. J. J. Verspoor, 14. G.
J. Willemse, 15. Mr. J. H. G. Zeelenberg en 16. P.
Zegwaart, daar alle overgelegde bescheiden geheel in
ordc zijn 'oevonden,
De verklaring betreffende het ingezetenschap van
den heer O. de Ronde afgegeven door den Burgemees-
ter dezer gemeente wijst er op, dat hij sedert 3 Januari
1946 zijn werklijke woonplaats binnen deze gemeente
heeft gehad, doch de commissie is van oordeel, dat aan
deze verklaring niet de beteekenis kan worden ge-
hecht, dat betrokkene de kwaliteit van ingezetene in
den zin der wet zou missen, vermits aan de Commissie
uit ambtshalve verkregen inlichtingen bekend is, dat
betrokkene reeds sedert 1924 in Heemstede woonach-
tig was en slechts als gevolg van administratieve han-
delingen voortvloeiende uit de bezettingsomstandig-
heden formeel is overgeschreven naar het Centraal
Bevolkingsregister, zonder dat uit iets blijkt, dat be-
trokkene den wil heeft gehad zijn woonplaats te ver-
anderen, In deze omstandigheid is de Commissie van
oordeel, dat betrokkene, zoolang niet anders is geble-
ken geacht moet worden gedurende een periode van
meer dan 12 maanden voorafgaande aan zijn benoe-
ming zijn werkelijke woonplaats binnen de gemeente
Heemstede te hebben gehad en adviseert mitsdien tot
toelating van den heer O. de Ronde tot lid van den
Raad,
Ten aanzien van de Heeren Drs. M, Weyers en Mr.
O. H. van Wijk, deelt de Commissie mede, dat uit de
overgelegde verklaringen door deze benoemde raadsle-
den blijkt, dat zij leeraar zijn aan een lyceum en on-
derwijs geven in de klassen, welke behooren tot de
zoogenaamde H.B.S-afdeeling, terwijl zij bepaaldelijk
les geven in vakken behoorende tot het middelbaar
onderwijs en derhalve een betrekking vervullen van
onderwijzer bij het middelbaar onderwijs en mitsdien
een volgens artikel 25 onder h der Gemeentewet met
het raadslidmaatschap onvereenigbare betrekking be-