100 23 Augustus 1946 te laten. Aan genoemde heeren staat beroep open bij Gedeputeerde Staten. Het advies der Commissie tot onderzoek der geloofs- brieven wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter dankt de commissie voor haar werk- zaamheid. RONDVRAAG. De heer Kamerbeek weet, dat het politiecorps altijd de bijzondere belangstelling van den Burgemeester heeft gehad. Dezer dagen is spreker iets gebleken, dat hij niet onvermeld wil laten, Spreker was in een garage, toen hij daar iemand zag met laarzen aan, Hij vroeg hem: ,,zeg vriend, hoe kom jij aan die laarzen". De aangesprokene antwoordde daarop, dat hij bij de Heemsteedsche politie was geweest. Op de vraag of hij ontslagen was, kreeg spreker ten antwoord, dat hij van een loon van f 31.50 niet rond kon komen, Hij was bovendien getrouwd. De heer Berentsen had hem gezegd, dat hij maar weg moest gaan, omdat hij anders schulden zou krijgen. Vijf weken geleden had hij een auto aangehouden, die met een lading gestolen goede- ren een garage aan den Heerenweg verliet. Hem werd toen door de aangehoudenen te kennen gegeven, dat zij er wel 1000.voor over zouden hebben, als hij hun liet gaan, waarop de agent had geantwoord: ,,weg, naar het bureau". Deze agent, aldus spreker, werd wel zwaar op de proef gesteld. Naar aanleiding van dit gesprek heeft spreker getracht den Burgemeester te naderen, waarbij hem bleek, dat deze met verlof was. Indertijd heeft spreker eens een berekening overgelegd, waarin alle uitgaven van een gezin van een agent van politie waren opgenomen en waaruit duidelijk de groo- te moeilijkheid bleek om uit de schuld te blijven. Verder zegt spreker niet te weten of zijn informaties juist zijn, maar hem is medegedeeld, dat door den heer Berentsen een voorstel is gedaan, waarbij werd ge- vraagij om, in verband met de vele overuren die zijn gemaakt bij de gehouden voetbalwedstrijden enz. aan de agenten van politie een gratificatie toe te kennen van 25,Dit voorstel zou door Burgemeester en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1946 | | pagina 8