19 September 1946.
117
III BENOEMING LID EN PLAATSVERVAN-
GÉND LID VAN DE COMMISSIE VAN VOOR-
BEREIDING EN VASTSTELLING VAN
EEN STREEKPLAN.
Het voorstel is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno. 26.
Gemeenschappelijke regeling betreffende het
ontwerpen en vaststellen van een streekplan,
De Voorzitter verzoekt de heeren van der Linden
en Brink met hem het bureau van stemopneming te
vormen.
Uit de gehouden stemming blijkt dat op den heer van
Lent zijn uitgebracht 13 stemmen, 1 stem blanco en op
den heer Verspoor 13 stemmen, 1 stem blanco.
De heeren E. J. van Lent en A. J. J. Verspoor zijn dus
benoemd respectievelijk als vertegenwoordiger en
plaatsvervangend vertegenwoordiger der gemeente in
de commissie waaraan is opgedragen de voorbereiding
en vaststelling van een streekplan voor het gebied der
gemeente Haarlem e.o.
De benoemden verklaarden hun benoeming aan te
nemen.
De Voorzitter dankt de heeren stemopnemers.
IV BESPREKING BESLISSING GEDEPUTEERDE
STATEN INZAKE DE TOELATING ALS LID
VAN DEN RAAD, VAN DE HEEREN
M. WEIJERS EN Mr. O. H. VAN WIJK.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is
opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
27. Toelating Raadsleden.
De heer De Ronde is het met Burgemeester en Wet-
houders eens, dat uit art, 25 onder h der Gemeentewet
duidelijk blijkt, dat de betrekking van onderwijzer bij
het lager of middelbaar onderwijs onvereenigbaar is
met het raadslidmaatschap, In de jurisprudentie leest
spreker, dat een bijzonder onderwijzer in de termen
valt van uitsluiting, omdat de bepaling geen onderscheid
maakt tusschen openbare en bijzondere onderwijzers.