41
28 November 1946.
BIJDRAGEN IN SCHOOLGELD VOOR GESUBSI-
DIEERD EN NIET-GESUBSIDIEERD BIJZONDER
MIDDELBAAR EN VOORBEREIDEND
HOOGER ONDERWIJS.
Aan den Raad.
De voorlaatste regeling, welke heeft gegolden omtrent
het verleenen van bijdragen door deze gemeente aan de
hierboven bedoelde scholen (Kennemer-, Christelijk en
R.K. Lyceum voor jongens als gesubsidieerde, en Mid-
delbare School voor meisjes ,,'t Kopje' en R.K. Lyceum
voor meisjes „Sancta Maria" als niet door het Rijk ge-
subsidieerde scholen) kwam hierop neer, dat deze scho-
len zelf een schoolgeld moesten heffen volgens de
gemeentelijke retributieverordeping, en dat de gemeente
een bijdrage zou verleenen, voor de eerste groep scho-
len van het verschil tusschen f 200.per leerling en
het berekende schoolgeld. Voor de tweede groep werd
in plaats van f 200.gelezen f B50.omdat deze
scholen geen subsidie van het Rijk ontvingen.
Bij besluit van den Burgemeester van 25 November
1942, no. 57 werden de raadsbesluiten waarop deze
bijdragen waren gebaseerd ingetrokken met ingang van
1 Sepfember 1943, welk besluit weder werd ingetrok-
ken bij besluit van 14 Mei 1943, no. 12.
Daarna bleek echter toch nog een nadere regeling
van deze materie noodzakelijk. Immers krachtens door
hooger gezag vastgestelde regelen wordt, te rekenen
van den cursus 19421943 af, door Haarlem zelf voor
alle leerlingen harer middelbare scholen en gymnasium
rechtstreeks schoolgeld geheven. Voor 1943—1944 en
volgende jaren is aan Haarlem weder Rijkssubsidie
toegezegd voor deze scholen, behalve voor de Middel-
bare School voor meisjes, waarvoor de subsidie op 1
October 1946 zal ingaan. Daartegenover moeten door
de buitengemeenten voor iederen leerling de wettelijk
verschuldigde uitkeering van 50 der netto-kosten
worden vergoed.
De gemeentelijke retributieverordening kwam daar-
mede te vervallen met ingang van 1 September 1942,