28 November 1946.
ook voor de andere middelbare scholen geen subsidie-
regelmg meer getroffen wordt.
Voorts wil spreker nog even ingaan op het arqu-
ment dat de vroeger geldende regeling is vervahen
verklaard tijdens de bezetting. Als men alles ongedaan
zou willen maken, aldus spreker, wat in den bezet-
mgstqd ïs t°t stand gekomen, dan zou men b.v. ook
de kmderbijslagregeling ongedaan moeten maken
bpreker kan met aanemen, dat dit in de bedoeling van
L Z, "en' Dit ar9ument van den
heer Verhoeven acht spreker dan ook niet het sterkste.
et voorstel, zooals het is ingediend, kan niet zon-
der wijzigmg worden behandeld. In het voorstel wordt
n.l gesproken over retributiegeld. Spreker wijst er op
dat de vroeger geldende retributiegeld-verordening is
vervallen. Spreker geeft den wenk om het voorstel
anders te redigeeren. Thans zou een uitspraak van
n Raad kunnen worden gevraagd over dit puni
waarna aan Burgemeester en Wethouders overqela-
zoeke°U n W°rden °m dC iUiSte formuleerin9 tc
De door de heeren Reijnders en Mr. Zeelenberq
naar voren gebrachte punten waren niet gekeerd teqen
voorstel van Burgemeester en Wethouders, waar-
om spreker geen aanleiding vindt om daarop in te
gaan.
De heer Verhoeven wil zich gaarne conformeeren
aan de suggestie van den Wethouder om een andere
redactie te zoeken. Spreker laat dit gaarne aan Bur-
gemeester en Wethouders over. Spreker wijst er noq
°p dat er een rijksregeling is voor inning van school'-
geld voor het middelbaar onderwijs, welke mogelijk in
P^aats kan worden gesteld van de retributieqeld-
verordening. a
Spreker wil uitdrukkelijk vaststellen, dat de K V P
ei9en boontjes wel kan doppen. Wat andere qe-
meenten doen voor hun leerlingen die het Seminarie
bezoeken, is met aan de orde. Spreker heeft uitdruk-
keiijk gesproken over leerlingen afkomstiq uit deze oe-
meente. s
Spreker zou rechtsherstel zeker niet in alle gevallen
wdlen toepassen, doch alleen de goede dingen willen