31
24 April 1947.
VERBETERING JAN VAN GOYENSTRAAT.
Aan den Raad,
Het behoeft wel geen betoog dat de toestand waarin de
Jan van Goyenstraat verkeert zoo slecht is dat het
verbeteren daarvan dringend noodig moet worden
geacht.
Ofschoon wij eerst van oordeel waren, dat een af-
doende verbetering, inhoudende een geheel gewijzigde
wegindeeling pas tot stand zou kunnen worden ge-
bracht nadat de beschikking zou zijn verkregen over
de daarvoor benoodigde voortuinen, zijn wij, nadat dit
is besproken in de Commissie voor Openbare Werken,
tot een ander inzicht gekomen. Door het aanbrengen
van enkele technische herzieningen meenen wij, dat
het toch meer raadzaam is de oorspronkelijk gedachte
noodoplossing tot verbetering van de voetpaden niet
te moeten handhaven,, doch reeds dadelijk aan Uwe
vergadering te moeten voorstellen een algeheele ver-
betering van deze straat met daaraan verbonden ge-
wijzigde wegindeeling, bestaande uit twee rijwegen
ieder van 6 Meter met een plantsoen in het midden
van 6.50 Meter breed, terwijl de voetpaden alsdan
op eene breedte van 5 Meter zullen worden aangelegd,
waardoor langs de voortuinen die niet zijn overgedragen
een voetpad ter breedte van 0.75 Meter overblijft.
Wij verwachten evenwel, dat de eigenaren van nog
niet overgedragen voortuinen bij het aanschouwen van
deze groote verbetering van hun omgeving alsnog
spoedig geneigd zullen blijken aan de algeheele ver-
betering hun medewerking te verleenen door het af-
staan van de benoodigde voortuinen.
De kosten verbonden aan deze algeheele verbetering
zooals deze is aangegeven op de voor U ter inzage
liggende teekening zullen rond 28.000.bedragen.