110
24 April 1947.
steld, aan dit Gemeentebestuur is bericht, dat deze dienst
bezwaren koesterde tegen den bedoelden wegaanleg,
daar deze niet strookte met de voornemens van dezen
Dienst met betrekking tot een te creëeren dorp de Glip,
zodat aan het Gemeentebestuur in overweging werd ge~
geven een nieuw uitbreidingsplan te ontwerpen en zich
hierover te verstaan met den Planologischen Dienst?
5. Is de Minister niet van oordeel, dat de Gemeente-
besturen tot taak hebben te bevorderen, dat tijdig het
voor woningbouw in de naaste toekomst benodigde
bouwterrein ter beschikking staat en dat het niet aan-
gaat, dat aan een Gemeentebestuur, hetwelk bij de
vervulling van die taak geheel overeenkomstig de aan
dit bestuur bekende richtlijnen handelt, eerst na maan-
denlang oponthoud wordt medegedeeld, dat de tot
dusver geldende uitbreidingsplannen vervallen zijn en
vervangen moeten worden door geheel nieuwe, die dan
nog eerst na overleg met een provincialen dienst kunnen
worden goedgekeurd?
6. Is de Minister bereid maatregelen te nemen, op-
dat in dit en eventuele andere soortgelijke gevallen als-
nog nodeloze vertraging wordt voorkomen en wil de
Minister bevorderen, dat de wederopbouw en de
woningbouw niet in hoger mate worden vertraagd, dan
door de voorlopig onoverkomenlijke schaarste aan ma-
terialen onvermijdelijk is?
Spreker hoopt, dat deze vragen zullen bijdragen om
den Minister te stimuleren om in deze zaak stappen te
ondernemen.
De heer de Ronde juicht het toe, dat de heer Dr.
Brongersma deze vragen heeft gesteld. Als de zaak in
het archief blijkt, dan is het daarmede uit. Spreker
vraagt of de aangegeven plaats waar de woningen
zullen worden gebouwd de enige is, die daarvoor in aan-
merking komt. Hij is van mening, dat ook de Javalaan,
waar huizen zijn afgebroken, daarvoor in aanmerking
kan komen. Bovendien wijst spreker op het terrein ge-
legen tussen van Merlenlaan en Kerklaan. Spreker is
voorts van mening, dat ook nog een oplossing is gelegen
in het bouwen van meergezinswoningen z.g.n. hoog-
bouw in plaats van ééngezinswoningen.
De heer van den Berge zegt, dat over deze zaak al