3
Artikel 5.
Voor het gebruik maken van de aula is verschuldigd
per uur of gedeelte daarvan, bij gelegenheid van een
begraving in:
a. een grafstede bedoeld bij art. 2 lett. a. 15.
b. 2 b, 10,-
c. 2 c. 7.50
d. op het algemeen vak 3.—
De rechten onder a., b., c. en d. genoemd worden
vermeerderd met 50 pct., wanneer van de aula gebruik
wordt gemaakt bij gelegenheid van een begraving van
het stofFelijk overschot van een persoon die laatstelijk
niet in de bevolkingsregisters dezer gemeente stond
ingeschreven.
Op schriftelijk verzoek kan door Burgemeester en
Wethouders vrijstelling van dit recht worden verleend
bij gelegenheid ener begraving van een onvermogende.
Voor het gebruik maken van de aula voor het tijdelijk
bewaren van het stoffelijk overschot van een persoon,
is verschuldigd een bedrag van 5.per uur ol ge-
deelte daarvan.
Artikel 6.
Voor het doen bespelen van het orgel in de aula
is verschuldigd /7.50 per half uur of gedeelte daarvan.
Artikel 7.
1. Ingeval van verlenging van het recht tot be-
graven in grafsteden, bedoeld in art. 2 lett. b. en c.,
moet het verSchuldigde bedrag worden betaald binnen
één maand na de dag waarop verlenging door Burge-
meester en Wethouders is toegestaan.
2. Bij verzuim vervalt het recht en is de grafstede
ter beschikking der gemeente.
3. Burgemeester en Wethouders maken belang-
hebbenden vöôr de afloop van het recht daarop op-
merkzaam bij gewone brief aan het adres van de ge-
rechtigde vermeld in het register bedoeld in art. 8
dezer verordening.
Artikel 8.
1. Voor het te naam stellen van de grafsteden
bedoeld in art. 2 wordt ter gemeente-secretarie een
register gehouden.
2. Voor elke overschrijving van die grafsteden van