5
één grafstede) en meerdere hoogte naar
verhouding.
E. Voor een staande zerk van M. 2 X 1
op een grafstede /5.
Voor grotere zerken naar verhouding.
F. Voor een grafkelder voor elke grafstede
van M. 2X14-
G. Voor ieder ander voorwerp als bordje,
kastje, kruis, doos enz. op andere graf-
steden dan vermeld onder 9 van dit artikel 2.50
H. Voor het onderhoud van een graftuin of
beplanting per enkele grafruimte van
M. 2 X 14-~
Voor grotere grafsteden naar verhouding.
De rechten zijn verschuldigd zolang de vergunning
van kracht is, dus ongeacht of de voorwerpen waar-
voor de vergunning geldt, al dan niet zijn aangebracht.
Een gedeelte van een jaar wordt voor een geheel
gerekend.
2. Het in het eerste lid onder B en E bedoelde
recht zal voor elk der zerken, nooit minder dan /5.
het in het eerste lid onder C bedoelde recht zal nooit
minder dan 2.50 en het in het eerste lid onder D
en F bedoelde recht zal voor elk der hek- of ketting-
werken en grafkelders nooit minder bedragen dan
4.per kalenderjaar.
3. De berekening van het recht voor hek- of
kettingwerken vermeld onder D in het eerste lid ge-
schiedt als volgt: de som van tweemaal de lengte en
tweemaal de breedte vermenigvuldigd met de hoogte
wordt gedeeld door 3 en het quotient vermenigvuldigd
met 4.
4. De berekening van het recht voor grafkelders
vermeld onder F in het eerste lid geschiedt als volgt:
de som van tweemaal de lengte en tweemaal de
breedte van de kelder wordt gedeeld door 6 en het
quotient vermenigvuldigd met /4.—
5. Bij verzuim van betaling van het bovengenoemde
recht zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd om,
wanneer binnen vier weken na de verzending van
een kennisgeving bij gewone brief aan het adres van
de gerechtigde, vermeld in het register bedoeld in
art. 8 dezer verordening, de betaling niet is geschied,
de zerken of andere monumenten te doen wegnemen
en opruimen.