125
29 Mei 1947
der Linden, de Ronde en Zegwaart hebben hun in-
stemming te kennen gegeven. waarnaast enige opmer-
kingen en vragen gesteld zijn, terwijl de andere leden
in negatieve zin aan de debatten hebben deelgenomen
omdat zij het blijkbaar met het voorstel eens zijn en
geen behoefte hebben aan critiek.
Spreker wil tevens een woord van erkentelijkheid
spreken tot het gemeentebestuur van Haarlem. Sedert
vele jaren heeft Heemstede met Haarlem verschillende
overeenkomsten lopen. Spreker wil echter in dit geval
n°g eens zijn voldoening uitspreken over de bijzonder
vlotte en prettige wijze waarop burgemeester en wet-
houders van Haarlem en hun adviseurs bereid waren
in deze zaak mede te werken.
Spreker zal thans op de details ingaan die ter sprake
zijn gebracht.
De heer Mr. Zeelenberg heeft opgemerkt, dat artikel
1 der overeenkomst een interne kwestie is tussen de
gemeente Haarlem en een hoofdambtenaar. Spreker
geeft dit toe. Burgemeester en wethouders achten dit
echter wel van zodanig belang voor Heemstede, dat
zij er prijs op stelden, dat deze bepaling in de overeen-
komst werd vastgelegd. Voor de jonge instelling acht
spreker het van buitengewoon gewicht. dat de kracht
en autoriteit van de directeur van de stadsbiliotheek
ter beschikking staat. Spreker gelooft niet, dat er ge-
vaar bestaat, dat voor het eventueel intrekken van de
vergunning aan de directeur, de overeenkomst daar-
mede is vervallen, omdat de termijn waarvoor de over-
eenkomst is aangegaan en waarmede zij verlengd
wordt, in artikel 12 is geregeld, terwijl in art. 2 de ver-
houding tussen directoraat en de gemeente Haarlem
is geregeld, waardoor de overeenkomst kan blijven
voortbestaan ook als de vergunning aan de directeur
wordt ingetrokken.
De prijs genoemd in arlikel 6. aldus spreker, is door
de heer Mr. Zeelenberg hoog genoemd. Hier moet
echter onderscheid gemaakt worden tussen aritkel 6 en
artikel 4. De boeken bedoeld in artikel 4 zijn ook waar-
devolle boeken doch dit zijn zgri. doubletten. Haarlem
kan deze boeken in bruikleen afstaan zonder dat dit
voor de eigen lezers ongerief oplevert. Bovendien zijn
deze boeken financieel afgeschreven. In artikel 6 wor-