14 Augustus 1947.
163
meester en wethouders door deze kleine wijziging op
de tocht komen te staan. We lopen alleen vooruit op
een regeling die in de toekomst toch komt. Hier wordt
alleen de mogelijkheid geopend om, zodra er een ad-
ministrateur wordt benoemd, deze in de salarisklasse
IXa te rangschikken.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
moet zijn standpunt handhaven. De definitieve herzie-
ning van de jaarwedderegeling is binnen een half
één jaar te verwachten. In die tijd zal er bij openbare
werken geen behoefte aan de rang van administrateur
zijn, zodat het voorstel van de heer Zegwaart thans
overbodig genoemd kan worden. Burgemeester en
wethouders zouden bij handhaving van het voorstel
in overweging moeten nemen de gehele voordracht aan
te houden; zij zouden dan immers gelegenheid moeten
hebben de consequenties onder ogen te zien. Spreker
zou het voorts jammer vinden, als door het aannemen
van het voorstel van de heer Zegwaart deze wijziging
van de jaarwedderegeling gevaar liep om niet goed-
gekeurd te worden.
De heer Zegwaart wj] niet de oorzaak zijn, dat deze
wijziging uitgesteld zal worden. Het doet spreker ge-
noegen, dat de heer Mr. Bakhuizen van den Brink
het met de algemene strekking van zijn betoog wel
eens is. Aangezien de wethouder de mogelijkheid open-
laat, dat hij bij de definitieve herziening deze kwestie
ter hand wil nemen en tot een oplossing te brengen,
trekt hij zijn voorstel in.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming vastgesteld.
IV. VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAG
UITGAVEN VOOR OPENBAAR LAGER
ONDERWIJS OVER 1946.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.
45. Voorlopige vaststelling bedrag uitgaven voor
openbaar lager onderwijs over 1946.
Blijkens haar advies heeft de commissie voor het
onderwijs hiertegen geen bezwaar.