14 Augustus 1947.
157
Spreker vindt het niet zo erg verschrikkelijk als het
plan wordt geopperd om de heer Dr. Brongersma te
steunen.
De Voorzitter zegt, dat het zeker de bedoeling van
burgemeester en wethouders is om hun nota ter kennis
van de minister te brengen en niet om die in porte-
feuille te houden. Naar aanleiding van het gesprokene
door de heer Verspoor, merkt spreker op, dat er vroe-
ger een commissie voor het streekplan Kennemerland-
Zuid is geweest, waarin de gemeente Heemstede wel
vertegenwoordigd was. Hiervoor is echter een nieuwe
ambtelijke commissie in de plaa-ts gekomen, waarin de
gemeente geen zitting heeft. Van de opheffing van de
eerste commissie werd door de leden dier commissie
nimmer bericht ontyangen. Wel is er op aangedron-
gen, dat de gemeente ook in de laatste commissie ver-
tegenwoordigd zou zijn. Met de uitnodiging aan bur-
gemeester en wethouders om een schrijven daarover
tot Gedeputeerde Staten te richten, kan spreker zich
verenigen. De heer Jhr. van de Poll heeft betoogd,
dat er geen contact meer zou zijn tussen de gemeente
en de provinciale planologische dienst. Spreker ver-
klaart, dat dit contact er nog is, hoewel het buiten-
gewoon moeilijk is om er contact mee te houden. In
plaats van Ir. Cuypers, die wegens hoge leeftijd zijn
functie heeft neergelegd, is door burgemeester en wet-
houders een jongere kracht gevonden in de persoon
van Ir. Herman de Groot. Burgemeester en wethouders
menen in hem de opvolger te zien van Ir. Cuypers.
Burgemeester en wethouders hebben zich indertijd
bereid verklaard om met de provinciale planologische
dienst tot een oplossing te geraken. De eisen door deze
dienst gesteld waren voor burgemeester en wethou-
ders echter niet acceptabel. Er restte hun dus niets
anders dan voor hun rechten op te komen. Het is toch
nog zo, dat de raad het uitbreidingsplan vaststelt en
niet de provinciale planologische dienst, al moeten we
met deze dienst rekening houden in verband met
streekbelangen. In antwoord op het gesprokene door
de heer Mr. Zeelenberg, zegt spreker, dat burgemees-
ter en wethouders onder de loupe zullen nemen op