68
27 November 1947.
Artikel 3.
De Bank belast zich kosteloos met de betalingen,
welke de gemeente haar zal opdragen en zulks voor
zover de stand der rekening, in verband met het maxi-
mum-crediet, dat zal toelaten.
Artikel 4.
De Bank zal na het eindigen van ieder kwartaal aan
de gemeente een afschrift der rekening-courant toezen-
den
Artikel 5.
De gemeente neemt er te allen tijde genoegen mede,
dat de Bank haar het crediet nu en in het vervolg
geheel of gedeeltelijk, naar keuze der Bank, verleent
in de vorm van een accept-crediet, met dien ver-
stande, dat de gemeente zich verbindt om op eerste
aanvraag der Bank aan deze door de gemeente ge-
tekende promessen, in coupures en met vervaldata als
door de Bank vast te stellen, te verschaffen tot een
maximum van het totaal bedrag dat de gemeente op
het ogenblik van afgifte van deze promessen aan de
Bank, aan deze, uit welken hoofde ook, uitgezonderd
uit hoofde van accept-crediet, schuldig is. De gemeen-
te verbindt zich, bij de afgifte van promessen aan an-
deren dan de Bank, er steeds voor te zullen zorgdra-
gen, dat zodanig discontabel bedrag voor de Bank
beschikbaar blijft, dat te allen tijde aan de bepalingen
in de vorige alinea genoemd, kan worden voldaan.
De zegelkosten van de promessen komen voor reke-
ning van de gemeente.
Artikel 6.
De Bank is steeds bevoegd het doen van betalingen
op rekening van het geopende crediet te staken, ook
al is het genoemde maximum niet bereikt. Zij kan te-
vens het crediet opzeggen en de rekening opmaken,
waarvan het saldo dan na drie maanden, gerekend van
de dag van opzegging af, opeisbaar is. Bij gerech-
telijke invordering van de rekening behoeft geen af-