70
27 November 1947.
BESTEMMING AFKOOPSOMMEN
GRAFRECHTEN.
Aan de Raad,
In de verordening op de heffing van begraafrechten
is geregeld, dat de verschuldigde rechten voor het van
gemeentewege schoonhouden van op graven geplaatste
voorwerpen en van grafkelders voor een bepaald aan-
tal jaren kunnen worden afgekocht. De betrekkelijke
afkoopsommen worden op de kapitaaldienst verant-
woord.
Bij raadsbesluit van 21 Juni 1928, no. 60, is bepaald,
dat voor deze gelden ter beurze te Amsterdam zullen
worden aangekocht obligatiën van leningen van Neder-
landse gemeenten of provinciën of van de Nederlandse
Staat of van inschrijvingen op het Grootboek der
Nationale Schuld.
Van de gelegenheid tot afkoop van bedoelde rech-
ten is reeds vrij veel gebruik gemaakt, zodat de
gemeente thans beschikt over rond 37.500.nomi-
naal aan effecten, terwijl nog een bedrag van rond
f 36.300.voor belegging beschikbaar is.
Van de reeds aangekochte effecten bedraagt de
rente rond f 1200.per jaar, welke rente in de ge-
wone dienst verantwoord wordt. Deze rente staat dus
practisch tegenover de meerdere uitgaven, voor de
gemeente voortvloeiende uit het onderhoud van de
betrekkelijke graven. Het is uiteraard moeilijk uit te
maken of deze meerdere uitgaven door de rente wor-
den gedekt. Een feit is in elk geval. dat de gemeente
op deze wijze na afloop van de afkooptijdvakken nog
beschikt over het rentegevend kapitaal, terwijl daar-
tegenover dan geen lasten meer staan. Er wordt dus
voor het nageslacht kapitaal gevormd.
Het doet eigenaardig aan, dat de gemeente aldus
enerzijds overgaat tot kapitaalvorming door het beleg-
gen van gelden die verband houden met de exploitatie
van de begraafplaats, en anderzijds voor hare kapitaal-
behoeften een beroep moet doen op de kapitaalmarkt.
Dit is te meer vreemd, wanneer dit laatste nodig is