14 IÂ- Februari 1948.
BEGROTING 1948.
AAN DE RAAD.
Hierbij hebben wij de eer U ter vaststelling aan te
bieden de ontwerp gemeentebegroting voor het jaar
1948, met de daarbij behorende ontwerp-begrotingen
voor de bedrijven en diensten.
De ontwerp-gemeentebegroting sluit in inkomsten en
uitgaven met een bedrag van f 2.610.830,19.
Ter toelichting mogen wij er U aan herinneren, dat
de begroting voor 1947 moest aanvangen met een na
delig saldo van de dienst 1945, groot 119.658.86, fér-
wijl het voor het sluitend maken van die begroting nodig
was om het restant van het reservefonds voor bijzondere
doeleinden ad. f 98.149.36 te benutten. om te ramen
/180.000.voor over reeds verstreken jaren nog van het
rijk te vorderen bijdragen in de politie-uitgaven en om
een administratieve overboeking tot stand te brengen
tot een bedrag van f 84.533.80, wegens nog openstaande
vorderingen, zodat de dienst 1947 op zich zelf een na-
delig saldo te zien gaf van ruim f 243.000.De nood-
zaak voor het ramen van dergelijke aanzienlijke bijzon-
dere dekkingsmiddelen wees al uit dat de uitgaven, als
een gevolg van de omstandigheden, aanzienlijk hoger
moesten worden geraamd.
Met bijzondere belangstelling hebben wij uitgezien,
naar de resultaten van het werk der Commissie-Oud en
daarna naar het wetsontwerp regelende de noodvoor-
ziening voor de gemeentefinanciën. Dit wetsontwerp is
in November j.l. verschenen, terwijl de Minister van
Binnenlandse Zaken bij circulaire van 2 December 1947,
no. U 59776 voor het opmaken van de begroting voor
1948 enkele richtlijnen heeft gegeven, er daarbij met
nadruk op wijzende, dat aan het wetsontwerp nog
generlei rechten kunnen worden ontleend.
Wij achten het goed U omtrent bedoeld wetsontwerp
het volgende mede te delen.
Het wetsontwerp kentj behalve de bijdrage in de
jaarwedde van de burg.emeester en de secretaris, waarin
geen verandering is gebracht, vier uitkeringen, waarop
echter niet alle gemeenten aanspraak kunnen maken.