30
25 Maart 1948.
VASTSTELLING UITGEGEVEN BEDRAG
PER LEERLING OVER 1947 AAN
BELONING VAKONDERWIJZERS.
De Raad der gemeente Heemstede;
overwegende, dat in artikel lOlbis, eerste lid, der
Lager-onderwijswet 1920 is bepaald, dat, indien de ge-
meente ten behoeve van een of meer openbare scholen
vakonderwijzers heeft aangesteld, jaarlijks moet worden
vastgesteld hoe groot het gemiddeld bedrag is ge-
weest, dat in het afgelopen kalenderjaar per leerling
aan de openbare scholen in deze gemeente aan beloning
voor vakonderwijzers is uitgegeven, terwijl volgens het
vijfde lid van genoemd artikel de beloning wordt be-
rekend met inbegrip van de niet op de vakonderwijzers
verhaalbare pensioensbijdragen en voor de berekening
van het gemiddeld aantal leerlingen de wijze van tellen
wordt gevolgd, aangegeven in artikel 28, zesde en
zevende lid der wet;
dat het totaal bedrag der beloning van vakonder-
wijzers voor het gewoon lager onderwijs, met inbegiip
van de niet-verhaalbare pensioensbijdragen, over 1947
heeft bedragen 1692.58, het gemiddeld aantal leer-
lingen 7222/3;
dat bedoeld totaal bedrag voor het uitgebreid lager
onderwijs heeft bedragen 3380.57, het gemiddeld
aantal leerlingen 158;
BESLUIT:
het in artikel lOlbis, eerste lid, der Lager-onderwijs-
wet 1920 bedoeld bedrag, zijnde de kosten van het
openbaar vakonderwijs over het jaar 1947, vast te
stellen per leerling op 2.34 voor het gewoon lager
onderwijs en op 21.40 voor het uitgebreid lager
onderwijs.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van
25 Maart 1948.
De secretaris,
De voorzitter,
23,,/t^JL