25 Maart 1948
103
De heer Dr. Brongersma is geen deskundige zoals de
heer Reijnders; hij weet slechts, dat er verschil bestaat
tussen paarden die met de zijbenen en paarden die met
de voor- en achterbenen lopen. Spreker is van mening,
dat beide loopwijzen wel schade aan de grasmat zullen
toebrengen. Voorlopig is spreker geneigd de argumenten
van de heer Jhr. van de Poll als juist te erkennen, zolang
geen deskundige hem van het tegendeel overtuigt.
De heer Mr. Bakhuizen van den Bink, wethouder,
zegt namens burgemeester en wethouders dank voor de
belangstelling aan dit voorstel gegeven. De besprekin-
gen hebben verschillende aspecten van de zaak belicht.
Het bezwaar van de heer Jhr. Van de Poll richt zich
in de eerste plaats tegen een subsidiëring met terugwer-
kende kracht. Beziet men alleen de voordracht van bur-
gemeester en wethouders, dan valt dit er inderdaad uit
af te leiden. De voorgeschiedenis is echter anders. De
zaak komt wel eerst nu in de raad in behandeling,
maar de vereniging ..Vooruit' heeft reeds in de nazomer
van 1947 verzocht om een bijdrage te mogen ontvangen.
Spreker ziet. er niet zo'n ernstig bezwaar in, dat een
beslissing daarover in 1948 zou vallen.
In antwoord op het argument van de heer Verhoeven,
die deze zaak alleen financieel beziet en tot een finan-
cieel nadeel voor de gemeente concludeert, wijst spreker
er op, dat diens redenering niet juist is. Bij de stukken
heeft ter inzage gelegen een exploitatierekening over
1947 en een begroting voor 1948. Daaruit kan de heer
Verhoeven gezien hebben, dat in 1947 f 1889.32 aan
vermakelijkheidsbelasting is ontvangen, waarbij nog
kwam de huur van het terrein met opstallen, waardoor
de ontvangsten der gemeente in 1947 kwamen op
2600.In de begroting 1948 der vereniging is hier-
voor geraamd jf 2400.Over 1947 zou hiervan dus
f 1000.aan subsidie afgaan, waardoor nog f 1600.
zou overblijven. Dit bedrag is niet uitgegeven voor
herstel van het terrein. In 1948 zou het overschot
1400.— bedragen. Zuiver financieel bekeken zou er
dus voor de gemeente een klein financieel voordeel ge-
boekt kunnen worden.
Voorts heeft de heer Jhr. Van de Poll betoogd, dat
het hier slechts een tijdelijke geschiedenis betreft, omdat
de vereniging zo spöedig mogelijk het concours-hippique