25 Maart 1948
91
waarvan nu een deel van de bevolking wordt uitgeslo-
ten. Spreker heeft nimmer een voorstel gedaan om voet-
balwedstrijden e.d. des Zondags te verbieden, doch hier
is een andere zaak in het geding. Waarom wordt de
Zondag ingeschakeld? Zuiver uit utiliteitsoverwegingen.
Deze zijn niet vergelijkbaar met de ideëele bezwaren die
van de zijde der orthodoxe christenen naar voren wor-
den gebracht. Hoofddorp spreekt dan ook over ge~
wetensbezwaren. Dit zijn geen bezwaren die men zelf
opwerpt, doch waarbij men zich conformeert aan objec-
tieve Goddelijke normen. Daarom kan men wel een
utiliteitsargument laten vallen, doch een ideëel bezwaar
niet.
De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders
deze ronde niet hebben ingevoerd, maar dat de vergun-
ning door gedeputeerde staten is verleend.
De heer Ir. Kooijmans is van mening, dat de raad
door deze motie te ondersteunen, kan waken tegen ver-
deling van de volkseenheid in dit geval.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
gelooft, dat de heer Ir. Kooijmans op de verkeerde weg
is. Deze wedstrijd is niet aan een vergunning van bur-
gemeester en wethouders onderworpen, dus hebben zij
er ook niets over te zeggen. Bovendien is het de vraag
of de raad het aangewezen lichaam is om tegen deze
wedstrijd te protesteren. De raad zou hiermede zijn be-
voegdheid te buiten gaan.
De heer Ir. Kooijmans wijst er op, dat Haarlemmer-
meer toch ook hierover een besluit heeft genomen.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
vindt het in dit geval meer op de weg liggen van de
Gereformeerde Kerken en de Anti-Revolutionnaire
kiesvereniging om hiertegen te protesteren.
De heer Ir. Kooijmans gelooft niet, dat zulks het ge-
val is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan het
besluit van de gemeente Haarlemmermeer geen adhaesie
te betuigen, waarbij de heer van den Berge aantekening
verzoekt, dat zijn fractie geacht wil worden te hebben
tegengestemd.